Joanne Kellermann
Joanne Kellermann (59) is sinds juni 2019 onafhankelijk bestuursvoorzitter van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Ze is voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) en voorzitter van de Raad van Toezicht Universiteit Utrecht. ViiP sprak met Joanne in coronatijd via een video call over haar carrière, terugkeer in de pensioensector en drijfveren.
Wat is je achtergrond?
“Na mijn studie rechten in Leiden ben ik gaan werken bij een groot advocatenkantoor, Nauta Dutilh. Voornamelijk waren de grote banken mijn cliënten maar daarnaast deed ik ook veel pro-deo (straf)zaken voor bijvoorbeeld vluchtelingen. Deze afwisseling sprak mij aan.” Joanne was een van de jongste vrouwelijke partners en verhuisde voor Nauta Dutilh met haar gezin voor 4 jaar naar kantoor Londen. Totdat DNB haar benaderde om General Counsel te worden. “Het was in die tijd ongebruikelijk om als partner van een dergelijk groot kantoor op te stappen.”
Bij DNB was Joanne hoofd Legal Department en adviseur van de directie en binnen een paar jaar werd ze als enige vrouw directeur. “Na het overlijden van Dirk Witteveen in 2007 nam ik de portefeuille Verzekeren en Pensioenen over binnen de directie. Ik moest wennen aan de pensioensector en de sector aan mij. De pensioensector is een gesloten wereld.” Door in 2019 weer te kiezen voor de pensioensector laat ze zien dat ze serieus een bijdrage aan de sector wil leveren.
“Tijdens en na de financiële crisis van 2008 heb ik getracht om de afstand tussen de toezichthouder en pensioenfondsen te verkleinen. Samen in plaats van tegenover elkaar.” Na de crisis bleef Joanne bleef als enige over in de directie, de andere directieleden gingen met pensioen of verlengden hun termijn niet. “De financiële sector had een cultuuromslag nodig. De crisis was niet alleen een financiële, maar een gevolg van menselijk gedrag. Gedrag moest veranderen en dat gold ook voor DNB.“ Binnen DNB was ze verantwoordelijk voor de cultuuromslag en heeft ze een professionaliseringsslag doorgevoerd in de pensioensector door bijvoorbeeld de invoering van toetsing van bestuurders en de wet versterking bestuur. “Ik was een luis in de pels van pensioenfondsen. Het was een interessante periode.” Na de afloop van mijn termijn van 7 jaar wilde ik niet herbenoemd worden. Ze vertrok uit de pensioensector en ging naar Brussel om de nieuwe Europese Banken Resolutie Autoriteit (SRB) op te zetten. “Mijn ervaringen opgedaan tijdens en na de crisis kon ik in Brussel goed gebruiken. Na 3 jaar Brussel dacht ik “what’s next”.”
Uitspraak “van 600 naar 100 pensioenfondsen”
In 2010 was Joanne, als directeur bij DNB, te gast bij Buitenhof om te praten over de houdbaarheid van ons pensioen en sprak ze al over de hervorming van het pensioenstelsel. Haar werd de vraag gesteld over de deskundigheid van pensioenfondsbesturen en of 600 pensioenfondsen niet veel te veel was: hoeveel zouden het er moeten worden? ViiP vraagt haar of dat haar heeft achtervolgd? “Ik gaf slechts antwoord op de vraag, wellicht was het naïef om de vraag te beantwoorden met een getal van 100. Op dat moment was een professionaliseringsslag nodig waardoor het aantal pensioenfondsen vanzelfsprekend zou afnemen.”
Joanne realiseert zich dat de groep zittende pensioenfondsbestuurders klein is. Pensioenfondsbestuurder zijn is veelal een parttime baan, waardoor veel bestuurders bij meerdere pensioenfondsen werkzaam zijn. De combinatie van bestuurder bij het ene fonds en toezichthoorder bij het andere ziet zij als voornamelijk positief. “Het vergroot de kennis en ervaring van bestuurders en iedere ontwikkeling heeft zijn schaduwzijde.”
Belangrijke rol voor ViiP
Joanne is vorig jaar wederom lid van ViiP geworden. “ViiP doet ontzettend belangrijk werk.” Een grote verandering in de pensioensector is de komst van vrouwen. Bij haar komst in de sector (DNB-tijd) waren er nauwelijks vrouwen in besturen aanwezig, zelfs niet bij PFZW met een achterban van 80% vrouwen. ViiP heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Het bestuur hoeft geen volledige afspiegeling te zijn van achterban, maar diversiteit binnen de organen van een fonds is ontzettend belangrijk.
“Het gaat nog steeds om diversiteit, al is die meer dan man-vrouw. Diversiteit ten aanzien van jonge mensen is ingewikkeld en uitdagend omdat zij bestuurservaring missen. Misschien moet je gaan werken met een jongerenraad. Er zijn bij een aantal grote fondsen stageplekken gecreëerd om hun ervaring te laten opdoen. Ook kunnen ze ervaring opdoen bij een charitatieve instelling of vrijwilligerswerk doen.”
Ze ondervindt het aan de lijve als onafhankelijk voorzitter bij PFZW om alle belangen te dienen en vindt het een hele puzzel om legitimiteit, deskundigheid en effectiviteit te krijgen. “Er zijn veel gevestigde belangen. Onder water speelt meer dan je boven water ziet. Dat is eigen aan de wereld van sociale partners. Dit moeten we misschien accepteren.”
“Bij een vacature stelt het bestuur de profielschets op en wacht op de kandidaten die de benoemende organisatie voordraagt. Dit zou meer een co-creatie moeten zijn. Het bestuur moet hierin meer de regie voeren, zodat van beide kanten geduwd en getrokken wordt om diversiteit te krijgen.
En wellicht bij een geschikte kandidaat die niet volledig voldoet aan de profielschets maar wel past binnen het bestuur de bestaande rollen binnen het bestuur anders verdelen. Kortom, flexibeler en creatiever zijn.”
Wat is jouw toegevoegde waarde in het bestuur?
“In iedere organisatie is het nuttig om de blik van buiten te hebben. Ik heb de verzekerings- en bankensector van nabij gezien en kan nu vergelijken met PFZW. Ik heb in verschillende governance modellen gefunctioneerd, zowel uitvoerend als niet-uitvoerend. En mijn ervaring als toezichthouder kan ik inbrengen als bestuurder.”
Meer aandacht voor communicatie/voorlichting deelnemers
Veel van de communicatie gaat al goed maar bestuurders moeten zich blijven afvragen voor wie ze het doen. Het blijft moeilijk om deelnemers te interesseren voor pensioen. “Mijn droom is om vrouwen meer bewust te maken om financieel zelfstandig te zijn. Ik zou willen dat PFZW kan aanhaken bij het programma van APG tijdens de Pensioen3Daagse.”
Als pensioensector hebben we nu heel veel last hoe er in het verleden is gecommuniceerd: ‘Maakt u zich geen zorgen, de pensioenen zijn welvaartsvast.’ “Het is een onmogelijke boodschap. Slagen we erin om goed te communiceren wat mensen mogen verwachten van hun pensioen? Mensen zijn reëel en wellicht onderschatten we de deelnemer. Zeg hoe het zit, manage hun verwachtingen en beloof niet meer dan je kunt waarmaken. We moeten als sector zelf meer voor het voetlicht brengen wat WEL goed gaat.”
Over de uitwerking van het nieuwe pensioenakkoord is Joanne voorzichtig optimistisch maar ook realistisch. “Bij een nieuw akkoord verandert de pot niet. Deze wordt niet groter doordat we naar een nieuw stelsel gaan.”
Joanne heeft weer voor de pensioensector gekozen vanwege een dubbele rol: bijdrage aan een goede oude dag maar ook met de enorme omvang aan pensioengelden een zo groen mogelijk rendement te behalen. Pensioenfondsen zijn daarin voorloper én hebben impact. Zij ziet daarin dé manier om het vertrouwen van de deelnemer te krijgen, iets dat ze al in 2009 riep toen ze bij DNB werkzaam was. “We kunnen geld voor ons laten werken! Pensioen interesseert niet iedereen, maar we moeten blijven volhouden.”
Wat zijn jouw persoonlijke doelen voor de toekomst?
“Ik ben zeer vereerd met de huidige rollen. Recent ben ik begonnen als voorzitter Raad van Commissarissen bij de Waterschapsbank, een belangrijke financier van de Nederlandse publieke sector, hetgeen aan sluit bij de maatschappelijke doelen bij PFZW. Ook ben ik voorzitter van de Raad van Toezicht bij Universiteit Utrecht.
Ik wil deze organisaties door de huidige crisis loodsen. Daarom kijkt ze vooruit. We moeten nadenken over de toekomst en de periode na de lock down, ook al zijn we druk met het hier en nu en zijn er onzekerheden. De crisis leert ons oog voor jezelf en omgeving te houden ook als crisis voorbij is. “Gebruik de geleerde lessen wanneer je in de toekomst kijkt, ook al is elke crisis anders, lessen van nu zijn anders dan die van de crisis in 2008. En realiseer je dat door de globalisering alles met elkaar samen hangt, daar kunnen we niet meer om heen, maar laten we deze crisis aangrijpen om de wereld te verbeteren en te vergroenen.”
Voor nu meer voldoende uitdagingen om in de nabije toekomst haar agenda te vullen, al dan niet met video-vergaderen.